Zeg.
Die managementopleidingen, hè?
Die je leren hoe je een strategie bepaalt, en hoe je hem overbrengt aan je team? Of welke fasen er zijn in teamontwikkeling en wat jij daar als leider aan kunt hebben? Ja, die cursussen. Weet je wat die je niet vertellen?
Dat je pijnlijk openhartig moet zijn. Dat komt nóóit aan bod. Terwijl dat wél het verschil maakt tussen een goede en een echt goede leider.
Hoezo, pijnlijk openhartig?
Zeg waar het op staat. Draai niet om de hete brij heen. Cut the crap.
Als leider ben jij een mentor voor je teamleden. Je laat ze zien wat jullie moonshot is, en je daagt ze uit. Dat lukt niet met omfloerste kritiek. Daar moet je duidelijk voor zijn. Ofwel: pijnlijk openhartig.
Ik geef je een voorbeeld. Ik volg een blogcursus bij Kitty Kilian. Delicate as a handgrenate noemt ze zichzelf. En inderdaad: ze geeft pijnlijk duidelijke feedback.
‘Dit is saai’.
‘Aiaiai, dat werkt niet.’
‘Gooi maar weg, dit blog.’
Je zou er gek van worden, als het niet ook elke keer wáár was. Maar ze bedoelt het goed. Ze leert me beter bloggen. En daarom ben ik juist blij met die feedback.
Kilian doet precies wat Kim Scott radical candor noemt: complimenten en kritiek geven op zo’n manier dat je iemand persoonlijk uitdaagt. Vertel hem duidelijk wat hij beter kan doen, wees pijnlijk openhartig tegen haar en zeg wat je denkt.
Veel mensen zijn bang dat ze iemand kwetsen, als ze duidelijke feedback geven. En dus draaien ze er een beetje omheen. Of ze zwakken het af. Maar eigenlijk horen we liever waar het op staat.
Dus ik moet een botte boer zijn met mijn feedback?
Nee, dat is nou ook weer niet de bedoeling. Want je geeft om je medewerkers. En dat moet je ze óók laten merken. Ga zelf maar na: als je merkt dat jouw baas het beste met je voor heeft, dan accepteer je zijn kritiek. Anders vind je hem alleen maar een hork. Uitdagen én persoonlijke aandacht geven dus.
Denk maar terug aan je schooltijd. Wie was jouw favoriete docent? Vast niet het watje waar je alles in de klas kon maken, of de leraar die er plezier in leek te hebben om strafwerk uit te delen. Het was de docent die streng kon zijn, en je ondertussen de mooie dingen van het vak liet ontdekken. Of neem het slecht-nieuws gesprek bij een arts. Wanneer je merkt dat de dokter met je meeleeft valt het bericht beter te verteren dan wanneer je nummer zoveel in zijn kamer bent.
Nou, ik weet het niet hoor. Ik wil niemand kwetsen.
Tja, je kunt je óók alleen maar richten op de persoonlijke relatie die je met iemand hebt. Empathie tonen, begripvol zijn wanneer iets niet lukt. Dat kan. Ruinous empathy noemt Scott dat. Dan vergeet je wel om iemand uit te dagen. Dan mis je een kans, voor hem en voor jou.
Je maakt het jezelf ook lastig. Aan het einde van het jaar moet je hem immers een beoordeling geven. Wat zeg je dan, als je iemand nog niet eerder hebt verteld dat het niet goed gaat? Precies. Je kunt maar beter het hele jaar dóór duidelijk zijn.
Persoonlijke aandacht geven? Zeg, ik ben geen watje
Wil je je team wél uitdagen maar zie je dat persoonlijke gedoe niet zo zitten? Dat kan óók. Wees dan wel gewaarschuwd: Scott noemt dat niet voor niets obnoxious aggression. Collega’s vinden je een trut of een hufter. Ik heb wel eens zo’n baas gehad: mensen gingen trillend en bevend zijn kamer in. Hij kreeg wel dingen voor elkaar, maar het verloop was hoog.
Ik moet van jou dus altijd pijnlijk openhartig zijn?
Inderdaad. Geef je feedback direct, niet later. Bespreek, als je kritiek geeft, het gedrag van je collega, niet haar karaktertrekken. ‘ik zie je iedere dag om half vijf de deur uit gaan’ komt minder hard binnen dan ‘jij bent lui’. Als je daarop let is je team blij met je feedback. Want uiteindelijk vinden we eerlijke feedback prettig. En zo help je je team beter te worden.
Zelf wil je natuurlijk óók feedback krijgen. Dus vraag of je teamgenoten ook tegen jou pijnlijk openhartig willen zijn. Ook als het confronterend is. Want hé, jij wil toch beter worden in je vak?
En nu?
Stap nu naar die collega van wie je al een tijdje denkt; ‘Dat kan stukken beter’ en bespreek het.
PS.
Met die blog-cursus is het goed gekomen. Na afloop kreeg ik zelfs complimenten van Kitty. Inderdaad: niet alleen bij kritiek, ook bij positieve feedback kun je openhartig zijn!